boos kind

10 tips bij driftbuien

Driftbuien, wie kent ze niet?

Driftbuien, welke ouder herkent dit woord nou niet. Driftbuien behoren tot een van de meest voorkomende gedragsproblemen in de kindertijd (Potegal & Davidson, 2003)Zo’n kleintje dat middenin de supermarkt schreeuwend op de grond ligt omdat hij er achter kwam dat hij toch liever de groene regenlaarsjes in plaats van de blauwe regenlaarsjes aan wilde. Dat is al moeilijk genoeg maar nog wel te overzien. Maar ‘s avonds, als we allemaal al moe zijn, kunnen driftbuien nog zwaarder zijn. Ze kunnen het inslapen flink verstoren, omdat je nou eenmaal moeilijker in slaap valt als je een hoger stress-niveau hebt. Door die stress en bijkomende moeheid raakt je kind gedysreguleerd, en dat maakt slapen lastiger. En dysregulatie geeft weer sneller driftbuien. Daarom is het belangrijk te weten hoe je omgaat met driftbuien in het algemeen, maar zeker voor bedtijd. In deze blog geef ik je 10 tips bij driftbuien. 

Verschillende oorzaken

Voordat ik 10 tips bij driftbuien uiteenzet is het goed te kijken naar wat er onder zo’n driftbui zit. Wist je dat er verschillende oorzaken zijn voor driftbuien? Leeftijd speelt uiteraard een rol. De uiting en onderliggende reden voor een driftbui variëren. Een dreumes heeft een driftbui omdat het bijvoorbeeld niet lukt om een blokje in de vormenstoof te krijgen, de peuter omdat hij dat speeltje niet krijgt in de winkel, een schoolgaand kind omdat het tijd is om naar huis te gaan na een speelafspraakje en een puber omdat hij niet naar dat feest mag. En zo zijn er nog ontelbare variaties te bedenken. Ook temperament van het kind speelt een rol. Het ene kind heeft een korter lontje dan het andere. Maar een driftbui komt niet vanuit het niets: Zo heb je onder andere driftbuien

  • vanuit frustratie (het lukt me niet!),
  • vanuit pure moeheid en uitputting (laat me met rust, ik weet niet wat ik met mezelf aanmoet!),
  • vanuit ondervermoeidheid (‘ik ben nog niet moe, waarom moet ik naar bed!),
  • vanuit overprikkeling (ik kan het niet meer overzien!),
  • vanuit onderprikkeling (ik verveel me, heb behoefte aan stimulatie!),
  • vanuit een behoefte (gebrek) aan verbinding en quality time,
  • vanuit onduidelijkheid/te weinig voorspelbaarheid (ik weet niet wat er gaat gebeuren!),
  • vanuit ingrijpende gebeurtenissen (ik weet niet wat ik met mijn verdriet/angst/… aanmoet!),
  • of zoals we allemaal wel eens een slechte bui hebben (ik heb m’n dag niet!).

Hoe ga je om met driftbuien?

Dat een kind driftbuien en woede-aanvallen heeft is heel normaal. Een deel van de oplossing ligt in erkennen dat het ‘erbij hoort’. Driftbuien zijn heel functioneel en passen in een gezonde ontwikkeling. Het kind ontdekt daarmee bijvoorbeeld waar grenzen liggen, hoeveel autonomie het heeft, of het gesteund wordt, of zijn omgeving ontvankelijk is voor zijn getoonde emoties. Driftbuien maken de weg naar tranen vrij, die nodig zijn om om te kunnen gaan met teleurstelling, pijn en verdriet. Dit wil echter niet zeggen dat je als ouder alles maar moet accepteren. Evenmin betekent dit dat het kind geen driftbuien mag hebben. Er is altijd een middenweg. 

10 tips bij driftbuien:

  1. Zorg ervoor dat je kind veel liefde krijgt door de dag heen en echte quality-time met je heeft. Verbinding geeft vertrouwen en veiligheid. Juist bij bedtijd, het moment van de grootste scheiding van jou als ouder/opvoeder van de dag, is het van belang dat je kind zich verbonden voelt en de ‘liefdestank’ goed gevuld is.
  2. Zorg overdag voor liefdevolle en leeftijdsadequate grenzen, dat maakt het makkelijker om bij bedtijd op dezelfde manier op te voeden. Je kunt niet van een kind verwachten dat het bij bedtijd volgzaam gehoorzaamt als het overdag ook geen duidelijke liefdevolle grenzen krijgt aangeboden. Opvoeden is een dag- én nacht-aangelegenheid.
  3. Bagatelliseer de emotie van je kind niet! Het is te kortzichtig om altijd maar een driftbui te negeren zoals je vaak hoort. Natuurlijk wil je niet dat je kind met zijn driftbui altijd maar vanalles voor elkaar krijgt, maar je doet je kind en zijn emotionele ontwikkeling tekort door het gedrag compleet te negeren. Je kind mág boos zijn. Erken de emotie en geef je kind de ruimte om het te uiten. Dat wil niet zeggen dat je kind daarmee dat felbegeerde koekje krijgt, maar geeft je kind de ruimte om een emotioneel mens te mogen zijn en te leren zich aan te passen aan de futiliteiten van het leven. Lees meer over emotie-coaching hier.
  4. Bied je kind een gedrags-alternatief. Gooit je kind met spullen tijdens een driftbui, bied dan aan om bijvoorbeeld in een kussen te stompen, met ballen hard tegen de muur te gooien of op de grond te stampen.
  5. Geef je kind keuzes, laat hem bijvoorbeeld kiezen tussen 2 pyjama’s/ 2 boekjes om uit voor te lezen. Dit geeft het kind een stukje vrijheid, een gevoel van autonomie, maar wel binnen jouw gestelde kaders.
  6. Bij driftbuien bij bedtijd: Zorg voor een duidelijk en voorspelbaar bedtijdritueel. Lees daarover meer hier. Kijk ook goed naar of de timing klopt, een te moe en gedysreguleerd kind gaat niet goed slapen maar een kind dat niet moe genoeg is evenmin (lees daarover meer hier).
  7. Maak de tijd inzichtelijk voor je kind, gebruik bv een zandloper of kookwekker. Dit geeft je kind duidelijkheid en maakt de overgang van de ene naar de andere activiteit geleidelijker en daarmee makkelijker. Bij bedtijd kan dit veel duidelijkheid geven.
  8. Voorkom stress, gebrek aan verbinding en ongemak. Dit zorgt voor dysregulatie, waardoor je sneller driftbuien kan krijgen.
  9. Laat zelf zien hoe je omgaat met boosheid. Spreek het uit als je ergens boos over bent en laat zien hoe je daarmee omgaat (‘ik ben boos omdat die meneer mij de weg afsnijdt…even diep ademhalen hoor..’).
  10. Wees zelf kalm. Kinderen pikken jouw emotionele staat sterk op. Omdat ze hun eigen emoties nog niet goed kunnen reguleren (lees daarover meer hier), zijn ze aangewezen op co-regulatie: jij kunt met jouw kalme gemoedstoestand jouw kind kalmeren!

Kom je er niet uit, kijk dan even bij de consulten of neem contact met me op. Wil je toekomstige blogs en tips ontvangen? Schrijf je dan in op de nieuwsbrief hieronder.

Referenties:

Potegal, M., & Davidson, R. J. (2003). Temper tantrums in young children: 1. Behavioral composition. Journal of Developmental & Behavioral Pediatrics24(3), 140-147.

Bron foto:  Alexander Dummer via Unsplash

Meer leren over baby- en kinderslaap

Als je meer wilt weten over hoe je de slaap van je baby kunt optimaliseren zonder gebruik te maken van slaaptraining of separatietechnieken (zoals je baby laten huilen, niet of uitgesteld reageren), dan heb ik een waardevolle bron voor je. Mijn cursus, de ‘Online Intensive: beter slapen vanuit hechtings- en ontwikkelingsbasis’, richt zich op het verbeteren van slaap door middel van wetenschappelijk onderbouwde methoden die zowel responsief als afgestemd zijn op de behoeften van je kind. Ik nodig je uit om meer te ontdekken en te leren hoe je een slaapomgeving kunt creëren die zowel gezond als natuurlijk is voor jouw baby. Met de juiste kennis en benadering, kan elke ouder bijdragen aan het optimaliseren van de slaap van zijn baby, waarbij je streeft naar wat biologisch gezien haalbaar is in plaats van moedwillig iets te trainen. Als je nieuwsgierig bent geworden en meer wilt leren, kijk dan eens naar mijn Online Intensive.

Wil je mij volgen?

Like en volg me op FacebookInstagram en abonneer je op de nieuwsbrief. Geen spam, enkel de nieuwe blogs boordevol tips en informatie rondom slapen en opvoeding. En je ontvangt ook nog eens gratis de gids  ‘Verander de slaap van je kind zonder slaaptraining’.

Is deze blog interessant voor iemand die je kent? Deel deze blog gerust met anderen. Zie de buttons voor delen onderaan de blog.

Gidsen

Slaap Zoet Consuela Hendriks Gz-psycholoog Orthopedagoog Droomritmecoach Slaapcoach

Over Consuela Hendriks

Consuela Hendriks is BIG-geregistreerd GZ-psycholoog, orthopedagoog en gecertificeerd slaapcoach. Ze is ruim 20 jaar werkzaam in de geestelijke gezondheidszorg. Met haar jarenlange ervaring in haar praktijk voor psychologische en pedagogische hulpverlening, diagnostiek en 1e en 2e lijnsbehandeling voor kinderen, jongeren en jongvolwassenen heeft zij veel gezinnen mogen ondersteunen bij ontwikkelings- en opvoedingsvraagstukken, waaronder slaapproblematiek. Haar expertise en ervaring ligt niet alleen op het gebied van zich 'normaal' ontwikkelende kinderen maar tevens op het gebied van kinderen met ontwikkelingsstoornissen.

Delen:
Scroll naar boven