In mijn consulten praat ik geregeld over de polyvagaal theorie (Porges, 2011). Zeker wanneer ik uitleg waarom ik niet achter methoden sta waarbij men kinderen afgezonderd en in isolatie laat huilen (lees daarover meer hier en hier). Een uitleg van de wat er gebeurt in het lichaam kan vaak verhelderend zijn, en geeft ouders/verzorgers informatie waarmee ze vervolgens keuzes kunnen maken.
Om een idee te geven waar ik het dan over heb leg ik de polyvagaal theorie beknopt uit, waarbij ik zeker geen recht doe aan de volledige uitleg zoals in de literatuur beschreven. Het gaat enkel om een korte toelichting.
Autonome zenuwstelsel
Binnen de polyvagaaltheorie wordt uitgelegd hoe ons zenuwstelsel met signalen van veiligheid en gevaar omgaat, en op welke manieren dat zich kan uiten.
Ons autonome zenuwstelsel bewaakt dat we kunnen overleven in tijden van gevaar en dreiging en zorgt voor rust en sociale verbinding als het veilig is. Het bestaat uit de parasympatische tak en de sympathische tak. Zenuwstelsel-responsen die gekoppeld zijn aan deze twee vertakkingen zijn sympathische mobilisatie (vechten of vluchten) en parasympatische immobilisatie (rusten, herstellen, slapen, maar ook bevriezen en stilvallen).
Nervus vagus
Dr. Stephen Porges licht de rol van de zogenaamde nervus vagus uit, die deel uitmaakt van het parasympatische zenuwstelsel. De nervus vagus is de langste zenuwbundel van het autonome zenuwstelsel die, met allerlei vertakkingen, van de hersenstam naar buikgebied zwerft (vagare is Latijn voor rondzwerven). De nervus vagus gaat vanuit je hersenen naar o.a. je organen en spieren. Het heeft 2 takken, de ventrale vagus (loopt aan de voorzijde, verbindt hart en longen met gezicht en hersenen), en de dorsale vagus (loopt aan de achterzijde, beïnvloedt alle organen onder het diafragma, met een belangrijk deel in de darmen).
Porges maakt onderscheid in drie staten waarin kunt verkeren als reactie op je omgeving:
- Het ventrale vagale systeem, ofwel het parasympathische sociale betrokkenheids-systeem, wordt geactiveerd als het lichaam de omgeving als veilig ervaart. Het zorgt ervoor dat we sociale verbintenissen kunnen aangaan en met beide benen op de grond blijven staan. Dit systeem is evolutionair het jongste systeem.
- Het sympathische ‘vecht en vlucht’ systeem wordt geactiveerd als het lichaam gevaar of dreiging ervaart. Het reageert met mobilisatie en zich wapenen. Het lichaam maakt zich klaar om te vechten of te vluchten om te overleven. Dit systeem is ook actief om dagelijkse taken uit te voeren (opstaan in de ochtend, gaan sporten, klusjes doen etc.).
- Het dorsale vagale systeem ofwel de parasympatische immobilisatie-systeem, wordt geactiveerd als het lichaam extreem gevaar of extreme dreiging ervaart (dit wordt high tone dorsale activiteit genoemd). Het lichaam reageert door te immobiliseren, ofwel stil te vallen, te dissociëren, in een totale shutdown te gaan, een soort ‘je voor dood houden’. Dit is evolutionair het oudste systeem, reptielen laten dit bijvoorbeeld zien bij dreiging. Maar deze tak is ook actief bij rust, herstel, vertering, ontspanning en slaap (dit wordt low tone dorsale activiteit genoemd).
Al deze responsen worden onbewust geactiveerd. Het gaat als het ware vanzelf vanuit het primitieve deel van onze hersenen, we besturen dit niet bewust en cognitief. Ons zenuwstelsel scant onze omgeving op veiligheid (Porges noemt dit neuroception). Als ons lichaam dan dreiging detecteert, dan wordt ons lichaam in sympathische activatie gebracht óf als de dreiging daarmee niet overwonnen kan worden en de situatie té dreigend en stressvol is, zal het lichaam in energiebesparings-stand gaan om te kunnen overleven: dorsale vagale shutdown. Als het lichaam veiligheid detecteert, zal het ventrale vagale systeem geactiveerd worden en is er ruimte voor sociale binding.
Stressregulatie bij kinderen
Deze onderverdeling helpt ons om te zien op welke manieren we emoties reguleren. Het verklaart waarom we op bepaalde manieren reageren op onze omgeving. We reageren om onszelf te beschermen voor een dreiging of om sociaal te kunnen verbinden met mensen om ons heen.
Evolutionair gezien is de oudste respons als het lichaam acuut gevaar ervaart de dorsale vagale shutdown, ofwel doen alsof je dood bent. Later is de sympathische vlucht en vecht respons ontstaan en nog later is het ventrale sociale systeem ontwikkeld.
Praktijkvoorbeeld
Een voorbeeld van hoe het in de praktijk kan gaan:
Een kind ervaart een kleine dreiging: bv het kan niet bij een speeltje.
- Eerst zal het ventrale vagale systeem geactiveerd worden: door sociale communicatie en connectie probeert het kind het speeltje te krijgen: het zegt ‘mama’ en wijst naar het speeltje. Werkt dit niet →
- Het sympathische systeem wordt geactiveerd: het kind is gealarmeerd en gaat huilen en steeds harder huilen en raakt overstuur. Werkt dit niet →
- Het dorsale vagale systeem wordt geactiveerd: het kind raakt zo overstuur dat het gaat overgeven en klapt dicht en zondert zich af.
Zo kunnen verschuivingen plaatsvinden van het ene systeem naar het andere.
De parallel met het laten huilen van een baby in de nacht:
Een baby is ‘s nachts bang /moe/hongerig/heeft een vieze luier/heeft het koud etc..
- Het ventrale vagale systeem is actief: de baby communiceert: het signaleert de ouder/opvoeder. Werkt dit niet →
- Het sympathische systeem wordt geactiveerd: het stresssysteem van de baby wordt gealarmeerd en de baby gaat huilen en steeds harder huilen en raakt overstuur. Werkt dit niet →
- Het dorsale vagale systeem wordt geactiveerd: de baby raakt overspoeld met stress en kan dit niet reguleren, de baby gaat in totale shutdown (wordt stil/ stopt met huilen).
Co-regulatie
Wat is dan nodig voor de baby of het kind om met die stress of dreiging om te kunnen gaan? Eigenlijk hetzelfde als datgene wat wij nodig hebben als de stress of dreiging té veel wordt: iemand die ons kan helpen om onze emotie te helpen reguleren. Kinderen reguleren door middel van co-regulatie (lees daarover meer hier). Nabijheid, verbinding en een kalme staat van de ouder/opvoeder (ofwel een ventrale vagale staat) zal positieve invloed hebben op het zenuwstelsel van het kind, door het te kalmeren. Een baby kan zijn zenuwstelsel nog niet zelf reguleren, dit gebeurt door middel van co-regulatie. Door het kind het ‘zelf uit te laten zoeken’ zal het niet leren om zijn emoties te reguleren. Het kind zal niet leren om zichzelf te kalmeren, daartoe is het nog niet in staat. Het is aangewezen op de veiligheid en beschikbaarheid van een ander om emoties mee te reguleren. Hoe meer het kind daarop kan bouwen en vertrouwen, des te gezonder het zich emotioneel zal ontwikkelen.
Referenties:
Dana, D. A. (2018). The Polyvagal theory in therapy: engaging the rhythm of regulation (Norton series on interpersonal neurobiology). WW Norton & Company.
Porges, S. W. (2011). The polyvagal theory: neurophysiological foundations of emotions, attachment, communication, and self-regulation (Norton Series on Interpersonal Neurobiology). WW Norton & Company.
Wil je mij volgen?
Like en volg me op Facebook, Instagram en abonneer je op de nieuwsbrief. Geen spam, enkel de nieuwe blogs boordevol tips en informatie rondom slapen en opvoeding. En je ontvangt ook nog eens gratis de gids ‘Verander de slaap van je kind zonder slaaptraining’.
Is deze blog interessant voor iemand die je kent? Deel deze blog gerust met anderen. Zie de buttons voor delen onderaan de blog.
Over Consuela Hendriks
Consuela Hendriks is BIG-geregistreerd GZ-psycholoog, orthopedagoog en gecertificeerd slaapcoach. Ze is ruim 20 jaar werkzaam in de geestelijke gezondheidszorg. Met haar jarenlange ervaring in haar praktijk voor psychologische en pedagogische hulpverlening, diagnostiek en 1e en 2e lijnsbehandeling voor kinderen, jongeren en jongvolwassenen heeft zij veel gezinnen mogen ondersteunen bij ontwikkelings- en opvoedingsvraagstukken, waaronder slaapproblematiek. Haar expertise en ervaring ligt niet alleen op het gebied van zich 'normaal' ontwikkelende kinderen maar tevens op het gebied van kinderen met ontwikkelingsstoornissen.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.