Baby die hapjes met een lepel krijgt

Wanneer moet ik met vaste voeding starten?

Een vraag die vaak gesteld wordt is ‘Wanneer moet ik met vaste voeding starten?’. Veel ouders denken dat wanneer er met vaste voeding gestart wordt dit het nachtelijk waken zal doen laten verdwijnen. Dit is echter niet waar. Onderzoek laat herhaaldelijk zien dat dit niet het geval is (Brown & Rowan, 2016). Vaak wordt er door deze mythe te vroeg gestart met vaste voeding, wat juist slapen kan storen omdat het kind er nog niet klaar voor is.

Wanneer is een kind er klaar voor?

De World Health Organisation (WHO) richtlijn adviseert het starten met vaste voeding rond de 6 maanden. Ouders zijn vaak in de veronderstelling dat hun kind er klaar voor is vanwege bepaalde signalen. Het is goed om dit te ontrafelen, want veel signalen zijn niet een teken van rijpheid voor vaste voeding maar betekenen iets heel anders. 

Signalen die ouders interpreteren als rijpheid

  • Het nog vaak wakker worden ’s nachts wordt door ouders vaak gezien als een teken dat een kind vaste voeding nodig heeft om door te slapen. Nachtelijk waken is echter biologisch nog heel normaal op deze leeftijd en onderzoek toont aan dat vaste voeding het nachtelijk waken niet doet stoppen (Brown & Rowan, 2016).
  • Als een kind wat minder snelle gewichtstoename laat zien dan in eerdere maanden wordt dit door ouders vaak opgevat als het moment om met vaste voeding te starten. Een minder snelle gewichtstoename op deze leeftijd is echter normaal, vanaf de leeftijd van 4 maanden neemt het gewicht minder snel toe.
  • ‘Hij kijkt me het eten uit de mond’ is een vaak gehoorde uitspraak. Ouders denken daardoor dat baby’s er aan toe zijn om vaste voeding te starten. Baby’s zijn nieuwsgierig van aard en vinden alles wat ouders en broertjes of zusjes doen interessant, niet alleen eten. Het is dus geen teken van rijpheid maar puur nieuwsgierigheid.

Hoe weet je dan wel dat een kind klaar is voor vaste voeding?

Betrouwbaardere signalen van fysiologische rijpheid zijn:

  • Zonder (of met lichte steun) rechtop kunnen zitten,
  • De hand gericht naar de mond kunnen brengen,
  • Voeding kunnen doorslikken (dit is een hele andere vaardigheid dan melk kunnen doorslikken, wat meer reflexmatig gebeurt),
  • Kauwbewegingen maken of bijvoorbeeld op speeltjes knauwen.

Waarom met 6 maanden en niet eerder of later?

Onderzoek laat zien dat er een optimale periode is om met vaste voeding te starten, de zogenaamde ‘window of opportunity’. Wordt er te vroeg gestart dan is de baby er niet klaar voor qua ontwikkeling of is het verteringsstelsel nog niet rijp genoeg. Wordt er te laat gestart dan is er mogelijk een grotere kans op het ontwikkelen van allergieën, en de kans dat voedsel wordt geweigerd wordt groter.

Goed om daarbij te vermelden is dat tot 6 maanden een baby alle voedingswaarden uit melk kan halen. Vanaf 6 maanden hebben baby’s ook voedingsstoffen nodig uit andere bronnen. Ijzer is bijvoorbeeld een voedingsstof waar baby’s in het laatste stadium van de zwangerschap een flinke voorraad van mee krijgen, en ijzer zit ook in moedermelk en is toegevoegd aan kunstvoeding. Maar de voorraad neemt in de eerste 6 maanden wel af, waardoor het verstandig is na 6 maanden voedsel te introduceren dat rijk is aan ijzer (zoals bijvoorbeeld broccoli). Maar nog steeds geldt dat melk het hoofdbestanddeel mag uitmaken tot de leeftijd van 1 jaar, en vaste voeding ‘bijvoeding’ is, waarbij het belangrijk is dat de baby een gevarieerd aanbod aan voeding krijgt.

Hoe zit het met allergieën?

In Nederland wordt er door de Consultatiebureaus geadviseerd om vanaf de leeftijd van 4 maanden te starten met de introductie van ei en pinda. Dit advies komt voort vanuit twee studies die zijn verricht, de LEAP-studie (Learning Early About Peanuts) en de EAT-studie (Enquiring About Tolerance).

De LEAP-studie

De LEAP-studie onderzocht of kinderen in de leeftijd van 4-11 maanden met een hoog risicoprofiel voor allergie (omdat ze al een ei-allergie of eczeem hadden) minder snel een pinda-allergie zouden ontwikkelen als pinda ‘vroeg’ werd geïntroduceerd. Kinderen werden verdeeld over een testgroep (deze groep kreeg 3x per week pinda tot aan de leeftijd van 5 jaar) en een controlegroep (deze groep kreeg geen pinda/ vermeed pinda tot de leeftijd van 5 jaar).

Resultaat was dat kinderen uit de testgroep veel minder vaak een pinda-allergie ontwikkelden dan kinderen uit de controle-groep.

De EAT-studie

In deze studie werd onderzocht of het gevonden resultaat van de LEAP-studie ook gold voor kinderen zonder een hoog risicoprofiel voor allergie. Kinderen werden verdeeld over twee groepen: een groep die naast borstvoeding vanaf de leeftijd van 3 maanden bekende allergenen kregen en een groep die exclusief borstvoeding kreeg tot de leeftijd van 6 maanden.

Resultaat was minder duidelijk: er was slechts een zeer klein beschermend effect wanneer er vroeg met vaste voeding werd gestart, en de enige allergenen die werden onderzocht waren ei en pinda.

Wat is nou belangrijk om te weten over deze studies?

  • Wat niet zichtbaar naar buiten gebracht is vanuit de LEAP-studie is dat de meerderheid van de kinderen niet jonger was dan 6 maanden (mediaan van 7,8 maanden). Er is nogal veel discussie over wat dan ‘vroeg’ beginnen met pinda inhoudt. Aangenomen werd dat dit vanaf 4 maanden is maar dat blijkt dus genuanceerder te liggen.
  • In de LEAP studie werden baby’s onderzocht die voornamelijk borstvoeding kregen. Het is bekend dat borstvoeding een beschermend effect heeft tegen allergieën wanneer vaste voeding wordt gestart (Grimshaw et al, 2013; Norris et al., 2005). Is het gevonden resultaat dan te wijten aan vroege introductie of aan het beschermende effect van moedermelk? En zouden de resultaten ook gevonden zijn als de kinderen kunstvoeding hadden gekregen? Dat is dus niet onderzocht.

Het is dus maar de vraag of starten met pinda en ei op de leeftijd van 4 maanden is aan te raden, en of niet beter gestart kan worden na de leeftijd van 6 maanden, zoals de WHO richtlijn adviseert.

Referenties:

Wil je meer lezen over deze discussie raad ik je dit artikel aan.

Een blog die je kunt lezen als je dieper in de discussie wilt duiken over het wel of niet geven van pinda en ei vind je op de website van de ‘Groene Vrouw’, lees de blog hier.

Brown, A. & Rowan,H. (2016) Maternal and infant factors associated with reasons for introducing solid foods. Maternal and Child Nutrition. 12 (3), 500-515

Grimshaw, K.E.C., Maskell, J., Oliver, R.C.G., Foote, et al. (2013) Introduction of complementary foods and the relationship to food allergy. Pediatrics,132 (6) e1529-e1538.

Norris, J.M., Barriga, K., Hoffenberg, E.J. et al. (2005). Risk of Celiac Disease Autoimmunity and Timing of Gluten Introduction in the Diet of Infants at Increased Risk of Disease. JAMA. 293(19):2343-2351.

Wil je mij volgen?

Like en volg me op FacebookInstagram en abonneer je op de nieuwsbrief. Geen spam, enkel de nieuwe blogs boordevol tips en informatie rondom slapen en opvoeding. En je ontvangt ook nog eens gratis de gids  ‘Verander de slaap van je kind zonder slaaptraining’.

Is deze blog interessant voor iemand die je kent? Deel deze blog gerust met anderen. Zie de buttons voor delen onderaan de blog.

Heb jij een vroege vogel thuis?

Kijk eens bij de online cursus Vroeg Ochtend-Ontwaken van Slaap Zoet™. Leer je vroege vogel begrijpen. Krijg inzicht in welke processen het vroege ontwaken van je kind beïnvloeden en leer veranderingen aan te brengen om vroeg wakker worden te veranderen.

cover online cursus hechting

Meer weten over hechting?

Kijk eens bij de online cursus Hechting van Slaap Zoet™. Leer over de basisprincipes van hechting en gehechtheid, ontdek wat hechting te maken heeft met slaap en leer hoe gehechtheid zich ontwikkelt.

Consuela Hendriks thumbnail

Over Consuela Hendriks

Consuela Hendriks is BIG-geregistreerd GZ-psycholoog, orthopedagoog en gecertificeerd slaapcoach. Ze is ruim 20 jaar werkzaam in de geestelijke gezondheidszorg. Met haar jarenlange ervaring in haar praktijk voor psychologische en pedagogische hulpverlening, diagnostiek en 1e en 2e lijnsbehandeling voor kinderen, jongeren en jongvolwassenen heeft zij veel gezinnen mogen ondersteunen bij ontwikkelings- en opvoedingsvraagstukken, waaronder slaapproblematiek. Haar expertise en ervaring ligt niet alleen op het gebied van zich 'normaal' ontwikkelende kinderen maar tevens op het gebied van kinderen met ontwikkelingsstoornissen.

Delen:
Scroll naar boven